Durfinvesteerders in Europa hebben een paar gouden jaren achter te rug. Investeringsmaatschappijen konden makkelijk financiering ophalen bij beleggers om dit geld vervolgens te investeren in kansrijke jonge bedrijven.

In 2021 was sprake van een recordjaar aan financieringsrondes voor startups en scale-ups, waarbij fintechbedrijven zoals Revolut, Klarna en flitsbezorger Getir flinke sommen groeifinanciering ophaalden.

Ook voor Nederlandse durfinvesteerders en groeibedrijven was 2021 een recordjaar, maar in 2022 zakte de markt duidelijk in. De hoge inflatie en verzwakking van de economische vooruitzichten, in combinatie met stijgende rentes, zorgden voor een rem op de markt voor venture capital.

Momenteel hebben niet alleen jonge groeibedrijven meer moeite om aan financiering te komen, maar dat geldt ook voor een deel van de durfinvesteringsmaatschappijen. Die krijgen immers zelf financiering van beleggers om kapitaal in startups en scale-ups te steken.

Zeker vijf middelgrote durfinvesteringsmaatschappijen in Europa hebben momenteel moeite om financiering op te halen voor nieuwe investeringen, zo vernam Insider in gesprekken met partners bij acht durfinvesteerders in Europa, waaronder een aantal Amerikaanse partijen die in Europa actief zijn. Waarschijnlijk is dit het topje van de ijsberg.

Het ophalen van financiering en het opzetten van een nieuw investeringsfonds duurt meestal drie tot acht maanden, geeft een partner van in een Londen gevestigde venture capital-maatschappij aan. Als dat langer dan een jaar duurt, is dit geen goed teken. En een opstartperiode van 18 maanden wordt als zwaar problematisch gezien.

Durfinvesteerders op zoek naar financiering

Sommige fondsmanagers bij durfinvesteerders hebben steun gezocht bij andere durfinvesteerders met de vraag of die aan co-financiering wilden doen tegen gunstige voorwaarden, zo geven vier partners bij investeringsmaatschappijen aan.

Op zich is het ongebruikelijk dat durfinvesteringsmaatschappijen bij elkaar aankloppen om samen te werken voor financiering, maar dit kan volgens één van de partners die Insider sprak de komende jaren wel eens gebruikelijker worden.

"Het moet wel echt slecht gaan om bij andere durfinvesteerders steun te zoeken, want het is niet goed voor je reputatie", zegt een partner van een investeringsmaatschappij die vanuit Londen opereert. "Stel dat een investering een jaar geleden 100 miljoen euro waard was. Dan wil je een jaar later liever niet een volgende financieringsronde tegen een waardering van 40 miljoen euro doen."

Een probleem hierbij is dat de waardering van startups en scale-ups nogal kan schommelen, omdat er geen externe marktprijzen zijn zolang een bedrijf niet wordt verkocht. En wat betreft dat laatste is ook sprake van een flinke marktdip.

Zo werd er afgelopen jaar in het vierde kwartaal voor een bedrag van iets meer dan 5 miljard dollar aan 'exits' gerealiseerd bij de verkoop van participaties door durfinvesteringsmaatschappijen: een daling van ruim 90 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder, volgens gegevens van Pitchbook.  

Durfinvesteringsmaatschappijen zien zich gedwongen om creatieve manieren te vinden om tegenover hun geldschieters te bewijzen dat het blijft lonen om in een portfolio van startups en scale-ups te beleggen. 

Als bijvoorbeeld een durfinvesteerder in de vroege fase heeft geïnvesteerd in een startup die is gegroeid, maar nog niet klaar is voor een beursgang, dan kan de durfinvesteerder proberen tussentijds een belang te verkopen. De koper kan een andere durfinvesteerder zijn die geen liquiditeitsproblemen heeft, of een andere aandeelhouder van de startup die z'n belang wil vergroten.

Als de marktomstandigheden ongunstig zijn en de startup financieel in zwaar weer verkeert, is het aantal potentiële kopers waarschijnlijk beperkt. Als een durfinvesteerder dan z'n belang wil verkopen, zal die flinke korting moeten geven.

LEES OOK: Een durfinvesteerder uit Silicon Valley legt uit hoe startups een onderscheidend pitch deck kunnen maken